Home > Nieuws > Nieuwsbericht
07-10-2025 'Regels moeten de ondernemers verder helpen, niet tegenwerken'

Als mkb-maakindustrie hebben we te maken met een groot aantal overheidsregels. Regels die soms schuren met de praktijk, tegenstrijdig, betuttelend en vaak ook zeer tijdrovend zijn. VVD-kamerlid Arend Kisteman maakt zich al lange tijd hard voor het verlagen van de regeldruk voor ondernemers in het mkb. We zochten Kisteman op en vroegen naar zijn beweegredenen, de onlangs (dankzij een VVD-motie) ingestelde Plastic Tafel en zijn plannen voor na de verkiezingen, als hij hoopt weer in de Kamer te komen.  

Kisteman diende verschillende moties in die werden aangenomen en nu op de actielijst van het kabinet staan. Zoals rond het vereenvoudigen van de RI&E, beter werkbare regels voor gevaarlijke stoffen en meer mogelijkheden voor het Adviescollege Toetsing Regeldruk, om de effecten van nieuwe regelgeving op het mkb vroegtijdig te kunnen corrigeren. Ook diende hij een motie in voor 20 procent minder regeldrukkosten, vertaald in vijfhonderd regels die vóór de zomer van 2026 afgeschaft moeten zijn. 

VVD-kamerlid Arend Kisteman (links) en Harold de Graaf, algemeen directeur NRK, hebben hetzelfde doel: zorgen voor werkbare regels voor ondernemers in het mkb.


U bent nog eigenaar van één bakkerij zonder zeggenschap en was voorzitter van de NBOV, de branchevereniging van ambachtelijke bakkers. Op een zeker moment besluit u de politiek in te gaan. Waarom wilde u dat?
'Ten tijde van de energiecrisis van 2022 hadden ook de ondernemers in onze branche veel last van de hoge energieprijzen. Bij de besluitvorming rond de TEK hadden we daarom intensief contact met de politiek, samen met onder meer de NRK. We vonden dat er een fout in die regeling zat, waardoor de ondernemers er in de praktijk niets aan hadden. Achteraf is inderdaad gebleken dat heel weinig ondernemers de tegemoetkoming hebben ontvangen. Het was voor onze branche de eerste crisis, we begrepen nu in elk geval hoé we moesten lobbyen. En dan kun je wachten op de volgende crisis, maar ik dacht: ik ga daar zelf wel zitten. Dan kan ik pas echt voor de ondernemers opkomen.’

Een goede voetbaltrainer heeft vaak ook zelf verdienstelijk tegen een balletje getrapt. Helpt uw verleden als ondernemer u nu op dezelfde manier?
‘Alleen maar, met de dag meer zelfs. In het begin was het vooral inwerken. Hoe dien je een motie in, wat is een goede motie en geen goede? Kamerlid zijn, is een ambacht. Maar wat enorm bijdraagt, is dat je zelf ondernemer bent geweest en snapt waar het over gaat. In de gesprekken met ondernemers en brancheverenigingen kun je binnen twee minuten door op de inhoud. Ik denk dat ik in anderhalf jaar met mijn moties en tijdens debatten veel voor de ondernemers heb kunnen doen, om het voor ons land belangrijke mkb weer meer op de politieke agenda te krijgen.’

Het mkb meer op de agenda: daarmee zegt u ook dat het in het verleden dus minder is geweest. Waar heeft u dat aan gemerkt?
‘Dat heel vaak de rekening bij de ondernemer is neergelegd. Als er een gat was, of iets in de begroting moest worden opgevuld, werd al snel naar de ondernemers gekeken, want daar is geld genoeg. En ook het stukje regeldruk. Het wantrouwen naar de bedrijven toe, door maar met allerlei rapportageverplichtingen te vragen om goed werk te leveren. Zoals de Energiebesparingsplicht en de CO2-registratie voor woon-werkverkeer. Gedrochten van regelingen die uit wantrouwen zijn opgebouwd tegen de ondernemers, niet om ze verder te helpen. Ik ken geen bakker in Nederland die zondag de ovens aanzet, de deur open laat en dan naar huis rijdt. Maar dat is wel hoe men hier lange tijd over ondernemers heeft gedacht.’

U diende meerdere moties in om de regeldruk voor het mkb te verlagen. Waarom is de regeldruk eigenlijk een probleem?
‘Volgens mij wil je als ondernemer doen waar je goed in bent, je product of dienst leveren. Ben je druk met bijvoorbeeld het invullen van allerlei rapportages, dan ben je dáár dus in elk geval niet mee bezig. Dat kost ook veel geld, wat we de regeldrukkosten noemen. Soms zijn de regels zelfs tegenstrijdig, of dubbelop. Als de slagroom bij een bakkerij wordt geleverd, moeten de transporteur en de bakker beide de temperatuur meten. Maak er dan één meting van. Of vertrouw die ondernemers gewoon dat het in orde is, wetende dat ze zelf een goed product willen leveren. De doorgeslagen regeldruk kan er tevens voor zorgen dat je het niet meer weet, en ook niet meer doet. We moeten dus naar minder regels en meer vertrouwen. Overigens zonder daarbij concessies te doen, zoals op het gebied van de arbeidsomstandigheden. Bedrijven en werknemers moeten zich aan de regels houden. Waar deze worden overtreden, moet de Arbeidsinspectie vaker en harder kunnen optreden. We weten dat veel wat fout gaat op de werkvloer, voortkomt uit het niet naleven van de regels. Maar we weten ook: meer regels gaan het echt niet veiliger maken.’

Is een doel van het verminderen van de regeldruk niet ook het zorgen voor een gelijk speelveld?
‘Uiteraard. Hoe het nu met Trump en de VS gaat, maakt duidelijk hoe slecht het in Europa is geregeld. Als we echt naar een interne markt toe willen, is hier onze grootste winst te behalen. Zorgen we ervoor dat Europa één speelveld is, wordt het voor ondernemers al een stuk makkelijker. Er zijn bedrijven die hun productie over de grens verplaatsen, omdat het daar beter is geregeld. Als Nederland hebben we te lang stil gezeten, dat besef begint nu langzaam maar zeker te komen.’ 

U bracht eerder een bezoek aan enkele kunststofbedrijven. Om welke reden precies?
‘Werkbezoeken zijn heel belangrijk. Dat helpt om te begrijpen wat er in een sector speelt en is het nadien makkelijk schakelen met het bedrijf of met de branchevereniging. Dat de contacten met de NRK zo laagdrempelig zijn, is wat dat betreft heel erg fijn. Op het moment van die werkbezoeken speelde er van alles in jullie sector. Toen heb ik hier gezegd: we moeten de kunststofindustrie direct gaan helpen. Zo zijn de gesprekken tussen collega-Kamerlid Martijn Buijsse en de NRK over de voorgenomen plasticnorm en -heffing op gang gekomen.’

Na deze gesprekken heeft Buijsse een motie ingediend voor de Plastic Tafel, een publiek-private aanpak om de kabinetsdoelen op een meer realistische, werkbare manier te bereiken. Was het niet beter geweest om dat direct zo te doen?
‘Dan komen we weer bij wat ik al eerder zei: vertrouw die ondernemers nou gewoon dat ze het goed doen. Als blijkt van niet, kun je ze alsnog aanpakken. Maar tot die tijd zeg je: dit is de doelstelling, kom met een plan en werk het uit. Zo moeten we in dit land veel vaker gaan samenwerken. Ondernemers hebben de kennis. Als overheid moeten we faciliteren en niet andersom. Terugkijkend op de Plastic Tafel heb je als sector de politiek gewoon verder geholpen om een probleem op te lossen. Het is het resultaat geweest van een goede lobby, wat echt wel zeldzaam is. Sommige partijen overdrijven het zo, dat je ze liever een tijdje niet spreekt. Het gaat erom op het juiste moment naar voren te stappen, maar ook weten wanneer je dat niet moet doen. Dat heeft de NRK erg goed gedaan. De sector is op die manier ook in de positie gekomen om in de toekomst vaker het gesprek aan te gaan.’

Als u na de verkiezingen weer in de Kamer komt, wat wordt dan uw volgende stap?
‘Toen het kabinet net was gevallen, dacht ik: hoeveel regels heb ik nu eigenlijk afgeschaft? Ik was een jaar bezig, maar het was er nog geen één. Na de aangenomen motie van 20 procent minder regeldrukkosten dacht ik: hè hè, eindelijk hebben we een concrete doelstelling. VVD-minister Karremans van EZ heeft mijn motie vertaald naar vijfhonderd regels. Er komt een teller op onze regeldruk-monitor die per branche aangeeft hoeveel regels er afgeschaft worden, of op de rol staan om afgeschaft te worden. Stel je voor dat we de transitievergoeding er af kunnen halen, of het tweede jaar doorbetalen bij ziekte. Dan staat half ondernemend Nederland toch te juichen? Draai ‘m ook even om. Wanneer je als ondernemer minder risico loopt, ga je personeel aannemen, vaste contracten geven en de mensen dus meer zekerheid bieden. We staan nog maar aan het begin, daarom wil ik ook zo graag door. Ondanks dat we nog een lange weg hebben te gaan, hoop ik dat de ondernemer weer een klein beetje het gevoel heeft gekregen er toe te doen. Eigenlijk hebben we maar één doel: het ondernemen weer leuk maken.’